Telegraaf

In 1833 gaf de Pruisische regering opdracht tot de aanleg van een optische telegraaflijn van Berlijn naar Koblenz om een snelle communicatieverbinding tot stand te brengen. De telegraaflijn, die in 1834 in gebruik werd genomen, bestond uit 62 stations op bijzonder gunstige topografische locaties. Hij werd gekenmerkt door de hoge mast met drie dubbele armen die al van ver zichtbaar waren. Met behulp van deze zogenaamde richtingaanwijzers werden 1,5 tot 2 tekens per minuut verzonden naar het volgende station, dat zich tussen 7,5 en 15 kilometer verderop bevond en meestal op een berg lag. Bij mist of regen moesten de operaties echter worden geannuleerd. Na slechts 15 jaar werd de hele optische telegraaflijn stilgelegd omdat de elektrische telegrafie was uitgevonden. De telegraafstations werden afgebroken.

Nieuwe uitkijktorens op stations nr. 30 en 32 geven een "beeld" van de communicatie in die tijd. Het herbouwde station 32 biedt inzicht in het leven van de telegrafist.